"Staar je niet blind op Berlijn"
Interview met David Duindam, in 2007 student in Berlijn, daarna promovendus herdenkingscultuur.
Waarom heb je ervoor gekozen om in Duitsland te studeren en er later weer onderzoek te doen?
In 2007 heb ik mijn studie afgerond in Berlijn. Mijn studiegang, van wijsbegeerte via literatuurwetenschap naar cultural analysis, was inhoudelijk duidelijk gemotiveerd. Tegelijkertijd vroeg ik me altijd af of wat ik in Nederland geleerd had ook in het buitenland relevant zou zijn. Daarnaast wilde ik graag Duits leren en Berlijn leren kennen. Die tijd in Berlijn was voor mij ook sturend voor mijn latere promotieonderzoek. Dat richt zich op de musealisering en representatie van Holocaust-erfgoed. Tijdens mijn promotie ben ik twee keer teruggekeerd naar Duitsland voor een summer school, de ene keer – aan de FU in Berlijn – ging dat over oral history en de andere keer – in Dresden – over digitalisering in musea en andere culturele instellingen. Door mijn eerdere Duitsland-ervaring was de drempel om hieraan deel te nemen veel lager.
Hoe stond het met je Duitse taalvaardigheid voor aanvang van je studie en heb je er nog wat aan gedaan om deze te verbeteren?
Voordat ik in 2007 naar Duitsland vertrok sprak en las ik amper Duits, en schrijven waagde ik mij überhaupt niet aan. Bij aankomst heb ik een intensieve taalcursus gevolgd waar ik veel van heb geleerd. Binnen de kortste keren kon ik alles volgen, passief en actief, hoewel ik geen talenknobbel heb. Schrijven blijft echter nog wel altijd lastig.
Wat houdt je promotieonderzoek precies in?
Mijn promotieonderzoek richt zich op de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, het voormalige theater waarvandaan meer dan 46.000 joden zijn gedeporteerd naar de vernietigingskampen. Het is sinds 1962 de eerste publieke en nationale herdenkingsplaats waar de Jodenvervolging wordt herdacht. Al snel na de bevrijding werd de Hollandsche Schouwburg door de nieuwe eigenaren als theater in gebruik genomen, tegen de zin van een aantal Amsterdammers in, dat een actiecomité oprichtte. Dit comité zamelde geld in om het gebouw op te kopen, niet door specifiek de joodse gemeenschap om donaties te vragen maar juist het Nederlandse volk op zijn trots en piëteit aan te spreken. Tussen 1950 en 1962 heeft men lang gedebatteerd over een nieuwe bestemming van de schouwburg en welke rol zij als herdenkingsplaats zou moeten vervullen. Met name een teveel aan meningen voorkwam dat de schouwburg al voor 1962 ‘een waardige bestemming’ als herdenkingsplaats van de Jodenvervolging kreeg. In Duitsland zijn ontelbaar veel plekken met dergelijke geschiedenissen, die nog complexer worden door de DDR-geschiedenis. Zo staan in de voormalige kampen Ravensbrück en Sachsenhausen, vlak buiten Berlijn, enorme Sovjetmonumenten die de bevrijding van deze kampen in een communistisch overwinningsdiscours plaatsen. Door mijn bezoek aan deze plaatsen ben ik me gaan richten op de historische materiële gelaagdheid van deze plekken – vandaar dat ik tijdens mijn promotie vaak naar Duitsland ben teruggekeerd.
Wat vond je van de onderwijskwaliteit en onderzoekskwaliteit aan de Duitse instelling?
Het onderwijs in Berlijn leek sterk op dat aan de UvA, vooral aan het JFK-Institut. De kwaliteit hing af van de docent en de medestudenten. Over het algemeen viel mij op dat sommige instituten sterk aansloten op internationale ontwikkelingen (vooral als Engels de voertaal was), terwijl andere vakken sterk in de Duitse traditie stonden. Dan was het soms moeilijk om aansluiting te vinden.
Aangezien ik twee summer schools heb gedaan kan ik weinig zeggen over de kwaliteit van het onderzoek in het algemeen. Wel viel mij op dat de summer school in Dresden zich sterk op de regio richtte en weinig op internationale ontwikkelingen. Duitsland is een land met grote regionale verschillen: voordat je ergens aan de slag gaat moet je jezelf goed inlezen over de lokale omstandigheden. Er is veel uitwisseling tussen instellingen, maar het is niet zo flexibel en overzichtelijk als in Nederland.
Wat vond je van het studentenleven en het dagelijks leven in de stad waar je zat?
Het studentenleven in Berlijn is geweldig in ieder opzicht, daar hoef ik weinig aan toe te voegen. Cultuur, geschiedenis, een wild uitgaansleven, stille bibliotheken voor de studie, natuur, stad – alles ligt binnen handbereik. Wel gaat de stad langzaam ten onder aan zijn eigen succes: de huurprijzen zijn enorm gestegen, in sommige buurten lijkt Engels de voertaal op straat en voor een baan kan je beter naar Beieren verhuizen. Gelukkig heeft Duitsland meer te bieden. Mijn twee weken in Dresden waren een enorme verrassing: een geweldige stad, vlakbij Tsjechië en in het voormalige Oost-Duitsland. Het was een volledig andere ervaring. Ik hoor ook goede verhalen over Leipzig, München en Hamburg. Kortom: staar je niet blind op Berlijn als je naar Duitsland wilt.
In welk opzicht was Dresden een compleet andere ervaring dan Berlijn?
Berlijn staat niet gelijk aan Duitsland, ondanks dat Berlijn Duitsland voor de Nederlanders weer op de kaart heeft gebracht – zo ook bij mij. Dresden is bijvoorbeeld heel anders. Ik sprak veel mensen die de drukte van Berlijn niet aangenaam vonden en daarom liever naar een stad als Dresden of Leipzig vertrokken. Voor mij is Berlijn inmiddels een tweede thuis, wat ik (nog) niet van Dresden kan zeggen. Ik houd van de lelijkheid en de rauwheid van Berlijn, en de enorme dynamiek van de stad is ook fantastisch. Zoals ik al eerder zei heeft die populariteit echter ook een keerzijde. Mijn oude buurtje in de Prenzlauer Berg is inmiddels zo strak, mooi en duur geworden dat ik er niet meer graag logeer. Gelukkig blijven de musea altijd bestaan: de Neue Nationalgalerie is een van mijn favoriete plekken in de stad.
Wat neem je als belangrijkste ervaring mee uit Duitsland?
Nederland en Duitsland zijn innig verbonden. Mijn wereld is uitgebreid en verrijkt en mijn academische zelfbeeld – wat is de relevantie van mijn academische vaardigheden en kennis buiten mijn eigen universiteit? – is steviger geworden. Duitsland heeft mijn ogen geopend om anders naar Nederland te kijken, Amsterdam opnieuw te waarderen en mij tegelijkertijd verbonden te voelen met Duitsland.
Zou je Nederlandse vrienden aanraden om in Duitsland te gaan studeren en wat zou je zeggen om ze te enthousiasmeren?
Duitsland is een open, vriendelijk en belangrijk land waar je relatief makkelijk kunt aarden. De Duitse taal heb je snel aangeleerd, een vaardigheid die je de rest van je leven zult waarderen. Je algemene interesse in de Duitse cultuur, politiek en geschiedenis kan zich oostwaarts verschuiven en als je je er eenmaal hebt thuis gevoeld zal je er altijd voor korte of langere periodes willen terugkeren. Ga vooral tijdens je studie of promotie, als het nog makkelijk is om je spullen op de achterbank te gooien en zonder al te veel letterlijke en figuurlijke bagage naar Duitsland te trekken.
Ben je van plan om de toekomst nog eens voor langere tijd naar Duitsland te gaan en zo ja, waar en hoe zou dat eruit zien?
Ja, ik zou graag een postdoc of andere tijdelijke positie willen vinden. Wel ben ik inmiddels zo sterk in Nederland geworteld dat ik niet snel definitief zou emigreren, hoewel van alle buitenlanden Duitsland dan nog wel het meest voor de hand zou liggen.